Iedere volwassene met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) die daardoor problemen ondervindt met communiceren (taal- of spraakproblemen) of slikken, kan in de praktijk terecht voor onderzoek, advies en/of behandeling.
Taalproblemen door een beroerte (CVA) of een andere hersenbeschadiging. Dit kan zich uiten in woordvindingsproblemen, moeilijk formuleren van zinnen, niet goed begrijpen van taal, problemen met lezen en schrijven.
Klik hier voor meer informatie over afasie.
Bij apraxie van de spraak is het programma die de spraakbewegingen aanstuurt aangedaan door een hersenbeschadiging. De spraakspieren zelf werken nog wel goed.
Door hersenletsel kunnen er problemen ontstaan in het taalgebruik. Zoals bijvoorbeeld het begrijpen van grapjes, het letterlijk nemen van taal of woordvindingsproblemen.
Onduidelijk of zacht spreken door een beroerte (CVA) of een andere hersenaandoening.
Door dementie kunnen verschillende problemen ontstaan in het communiceren. Zoals het moeilijk kunnen vertellen van een samenhangend verhaal, weinig initiatief nemen tot spreken, woordvindingsproblemen. Ook de non-verbale communicatie verandert soms.
Klik hier voor meer informatie over communicatie en dementie.
Morsen uit de mond van eten of drinken, niet goed kunnen kauwen, eten niet weg kunnen krijgen of hoesten en verslikken. Dit kan leiden tot bijvoorbeeld:
• herhaaldelijke luchtweginfecties en longontsteking
• benauwdheid en hoesten
• gewichtsverlies en ondervoeding
• schaamte en angst
• geen deel meer willen nemen aan gezamenlijk koffiedrinken of eten
Zoals kaakgeklemdheid, tandenknarsen of gespannen spieren, vaak in combinatie met stem-, spraak- of slikklachten. Deze kunnen zijn ontstaan uit gewoonte, door stress of neurologische oorzaken.